• Rhinopneumonie – abortusuitbraak

Rhinopneumonie – abortusuitbraak

 Rhinopneumonie – abortusuitbraak

Er is afgelopen maandag een abortus opgetreden bij een bedrijf in regio Warnsveld. De verworpen vrucht is onderzocht door De Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer en een EHV1 infectie is vastgesteld. Dit betekent dat we te maken hebben met een rhinopneumonie variant, echter de abortus vorm. Afgelopen zondag heeft een tweede merrie op dit bedrijf verworpen met dezelfde infectie als oorzaak.

Er zijn vanaf afgelopen maandag maatregelen getroffen om verspreiding te voorkomen (zie onder). Dit heeft voor de rest van de paardenbedrijven in de omgeving geen consequenties met betrekking tot vervoer, deelname aan wedstrijden, etc.

Indien u nog vragen heeft, kunt u ons bellen 0575-587870 of meer informatie opzoeken op de website van Sectorraad Paard.

Wat houdt het in?

Veroorzaker: herpesvirus EHV1 en EHV4

Drie verschijningsvormen: verkoudheid, abortus, neurologische vorm
Alle paarden in Nederland komen regelmatige met deze virussen in contact, zonder dat er problemen hoeven te ontstaan. Op het bedrijf in de regio Warnsveld is de abortus-vorm aan de orde. De onderstaande varianten komen het meeste voor:

Verkoudheidsvariant

Verkoudheidsvariant wordt voornamelijk veroorzaakt door EHV4 en komt zeer regelmatig voor bij jonge paarden. Symptomen zijn koorts, snotneus, hoesten en/of dikke benen.

Abortusvariant

De abortus-vorm komt regelmatig voor bij merries, wordt bijna altijd veroorzaakt door EHV1 en veroorzaakt abortus of zeer zwak geboren veulens die vaak sterven.

Verspreiding vindt voornamelijk plaats door direct en indirect contact tussen paarden of door samen stallen in één ruimte. Via kleren en handen van ons mensen, kan het ook worden overgedragen. Door goed te douchen en daarna schone kleren/schoenen aan te trekken, kan deze vorm van overbrengen worden uitgesloten.

Passeren van paarden op straat of in het bos is dus geen mogelijke bron van besmetting, als direct contact wordt voorkomen.

Wat te doen bij besmetting?

Na bevestiging van de diagnose wordt geadviseerd om het bedrijf te sluiten Dat wil zeggen dat er gedurende tenminste 4 weken na het verdwijnen van de klinische verschijnselen, geen paarden van en naar het bedrijf vervoerd worden.
Het is belangrijk om zo mogelijk voldoende afstand te houden tussen paarden en in ieder geval te voorkomen dat ze direct neus-aan-neus contact hebben. De afdeling waar de diagnose is gesteld, wordt gescheiden behandeld van de rest van het bedrijf.

De niet besmette paarden worden als eerste verzorgd en als laatste de EHV1 positieve dieren. Verzorgers van verdachte paarden, moeten dus niet heen en weer lopen tussen de verschillende groepen paarden binnen een bedrijf. Door de paarden in groepen in te delen, deze groepen apart te houden en alle hygiëne maatregelen goed in acht te nemen, wordt de kans op verspreiding gereduceerd.

Besmette stal correct desinfecteren - stappenplan:

  • Alle bodembedekking verwijderen en zo snel mogelijk afvoeren van het bedrijf
  • Bodem en muren goed huishoudelijk reinigen – geen hogedrukspuit ivm verspreiding via kleine waterdruppeltjes in de lucht
  • Daarna goed drogen (virussen kunnen slecht tegen uitdroging)
  • Desinfecteren met Halamid in de voorgeschreven concentratie voor virussen en 20 minuten laten inwerken
  • Daarna goed spoelen met water