Submenu

West Nijl

Het West Nijl-virus is een door muggen overgebracht virus, waar zowel mens als dier mee besmet kan raken. Het virus is oorspronkelijk afkomstig uit Afrika, maar komt inmiddels ook voor in Azië, Noord- en Zuid-Amerika en delen van Europa.

Symptomen

Een West Nijl infectie bij het paard kan volledig symptoomloos verlopen, maar kan ook algemene symptomen zoals koorts, sloomheid, niet eten of lichte koliek geven. Soms kunnen ook neurologische verschijnselen optreden zoals spiertrillingen, ataxie en gedragsveranderingen. De spiertrillingen zijn meestal zichtbaar rond de ogen en de neus van het paard. In het ergste geval raakt het paard verlamd en komt te overlijden of moet geëuthanaseerd worden. Ongeveer 70% van de paarden die neurologische symptomen vertonen zullen herstellen. Het herstel kan echter maanden duren en er kunnen restverschijnselen overblijven, zoals ataxie. De verschillende ziektebeelden worden veroorzaakt door verschillende stammen van het West Nijl-virus, maar ook de mate van besmetting en de weerstand van het paard speelt hierbij een rol.

Diagnose

Het West Nijl-virus kan vastgesteld worden door bloedonderzoek. Er wordt dan een screening uitgevoerd op antilichamen tegen het West Nijl-virus. Eventueel kan deze screening ook uitgevoerd worden op hersenvloeistof, deze is nog betrouwbaarder.

Behandeling

Er is geen specifieke therapie tegen het West Nijl-virus. Als een paard ziek wordt kan het alleen ondersteunend geholpen worden.

Verspreiding

De verspreiding van het West Nijl-virus verloopt via muggen. Paarden en mensen kunnen geïnfecteerd raken als zij geprikt worden door een besmette mug. Het virusreservoir zit voornamelijk in vogels. Besmette vogels hebben dermate veel virus in hun bloed, dat als zij geprikt worden door een mug, deze mug weer andere dieren en mensen kan besmetten. Paarden en mensen zijn zogenoemde eindgastheren, wat inhoud dat zij nooit zoveel virus in hun bloed krijgen dat zij via muggen andere organismen kunnen besmetten.

Preventie

Preventieve maatregelen bestaan uit vaccineren en het voorkomen van muggenbeten. Het voorkomen van muggenbeten kan bijvoorbeeld door gebruik van insectwerende middelen en vliegendekens. Het is daarnaast verstandig om stilstaand water, wat een goede broedplaats voor muggen is, zoveel mogelijk te vermijden.

Er bestaat sinds de uitbraak in Amerika een vaccinatie tegen het West Nijl-virus. Paarden die veel naar het buitenland reizen voor wedstrijden, worden in ieder geval aangeraden om van deze vaccinatie gebruik te maken.

Het is mogelijk om een individueel paard op een stal te vaccineren. Het is niet noodzakelijk om zoals bij andere entingen (bijvoorbeeld influenza) de hele stal te vaccineren om zo de infectiedruk laag te houden. Dit omdat de verspreiding van dit virus anders verloopt. Het kan voorkomen dat het West Nijl-virus zich plotseling ook voordoet in Nederland. Dit komt door de warme en vochtige zomers die steeds vaker voorkomen, waardoor er steeds meer muggen zijn. Het virus kan via trekvogels bij onze muggen terecht komen.

Een voorbode van het West Nijl-virus zou een plotselinge vogelsterfte kunnen zijn. Het is verstandig dit te melden als het zich voordoet, zodat er gericht onderzoek naar gedaan kan worden. 

Basis vaccinatie:  na de eerste keer vaccineren tegen West-Nile, deze herhalen na 3-5 weken

Herhalingsvaccinatie: iedere 12 maanden

Voor een optimale bescherming is het advies om in het voorjaar te vaccineren, vóór de periode waarin de hoeveelheid muggen toenemen.
Het is mogelijk een individueel paard op een stal te vaccineren. Het is niet noodzakelijk om de hele stal te vaccineren omdat de verspreiding anders verloopt.
Drachtig paarden kunnen volgens hetzelfde schema gevaccineerd worden.​​​​​​