Submenu

Castratie en sterilisatie

Het steriliseren of castreren van mijn hond

Castratie reu

Bij de castratie van een reu verwijdert de dierenarts beide testikels (zaadballen) onder volledige narcose. De castratie is een vrij eenvoudige, niet al te zware ingreep. Bij sommige reuen zijn één of beide testikels niet ingedaald, dit wordt mono- respectievelijk cryptorchidie genoemd. De testikel(s) kan/kunnen dan in de lies of in de buikholte zitten. Castratie van een mono- of cryptorchide reu is wel ingrijpender dan een normale castratie. Wanneer de binnenbal (de niet ingedaalde testikel) in de buikholte zit, dan is deze te verwijderen door middel van een kijkoperatie, de zogenaamde laparoscopie.

Waarom zou ik mijn hond castreren?

Medische of gedragsgerelateerde problemen kunnen een aanleiding zijn voor castratie. Voorbeelden van medische problemen zijn: prostaatproblemen, tumoren in de zaadballen of terugkerende ontstekingen van de voorhuid.

Omdat de testikels verwijderd worden, zullen er geen mannelijke hormonen meer geproduceerd worden. Dit heeft als voordeel dat de reu de typisch mannelijke gedragingen vaak minder gaat vertonen zoals: weglopen (achter loopse teven aan), felheid ten opzichte van andere reuen, urine markeren en de neiging om te gaan ‘ rijden’.

Echter castratie heeft geen gunstige invloed op onzekere honden. Angstagressie kan juist door castratie toenemen, door het wegvallen van de testosteronproductie. Het is dan ook belangrijk om eerst te begrijpen waarom uw hond het ongewenste gedrag vertoont. Vooral als er sprake is van gedrag met een vorm van agressie is het belangrijk om objectief naar het gedrag van de hond te kijken. Opvoeding en karakter beïnvloeden in belangrijke mate het gedrag dat uw dier laat zien. Wanneer uw hond al jarenlang bepaald gedrag vertoont, zal castratie niet direct het probleem oplossen. Voor overleg neem gerust contact op met onze kynologisch gedragstherapeuten Miriam Kafoe en Edith Voortman van gedragstherapie LEF. Zij hebben alle kennis en kunde in huis om u goed te kunnen adviseren.

Nadelen van castratie

Vachtveranderingen kunnen optreden na castratie, waardoor de vacht pluiziger wordt. Dit zien we met name bij honden met een (half)lange, dubbele vacht.
Daarnaast is het na castratie extra belangrijk om te zorgen voor voldoende beweging en een gerantsoeneerde voeding voor uw hond. De hormoonhuishouding verandert, hierdoor past de stofwisseling zich aan, waardoor uw dier meer honger kan krijgen maar juist minder nodig heeft. Wij raden u aan om de voedingshoeveelheid met 25-35% te verminderen (afhankelijk van het ras, de leeftijd en activiteit van uw hond) of hem op een light dieet te zetten. Kom gerust langs tijdens openingstijden op onze locaties voor het wegen van uw dier en advies over de voeding.

Zijn er alternatieven?

Het is mogelijk de effecten van de castratie na te bootsen door middel van een implantaat. Deze geeft een voortdurende lage dosering hormoon af waardoor de testosteron afgifte (na 6 weken) verlaagd wordt. De reu wordt gedurende 6 maanden of 12 maanden onvruchtbaar. Het is een veilige en prettige methode om te kijken hoe uw hond op chirurgische castratie zal reageren.
 

Sterilisatie van de teef

Medisch gezien is het niet juist van een sterilisatie te spreken. Bij de hond worden de eierstokken en indien nodig de baarmoeder weggenomen, waardoor eigenlijk sprake is van castratie. Het verwijderen van de baarmoeder (uterus) gebeurt alleen indien deze afwijkingen vertoont. Bij De Graafschap Dierenartsen is sterilisatie van uw hond mogelijk door middel van een kijkoperatie, de zogenaamde endoscopische sterilisatie.

Bij een endoscopie wordt met een kijkbuis door een klein gaatje in het lichaam gekeken. Onze dierenartsen voeren hiermee diverse operaties uit, bijvoorbeeld artroscopie. Een endoscopie in de buik heet een laparoscopie.

Een laparoscopische (endoscopische) sterilisatie heeft meerdere voordelen voor uw dier:

  • De ingreep is snel en veilig door het goede zicht in de buikholte
  • Spoedig herstel na operatie, uw dier mag de volgende dag gewoon weer spelen, rennen en trainen.
  • De ingreep kan gecombineerd worden met een preventieve gastropexie (vastzetten van de maag)
  • Doordat er maar drie kleine sneetjes gemaakt hoeven te worden, heeft uw dier minder pijn na de operatie
  • Wanneer uw dier weer bijgekomen is uit de narcose mag zij gelijk met u mee naar huis.

Bij de ‘normale’ sterilisatie, worden de eierstokken verwijderd middels een buiksnede. Uw hond verblijft ter controle nog enkele uren in onze opname.

In beide gevallen wordt de huid onderhuids gehecht of gelijmd en gebruiken wij oplosbaar hechtmateriaal. De hechtingen hoeven dus niet verwijderd te worden. Na 10 dagen kunt u terecht voor de gratis wondcontrole.

Waarom steriliseren?

De belangrijkste reden om de operatie uit te voeren is het voorkomen van de loopsheid. Een andere reden kan het (herhaaldelijk) optreden van schijnzwangerschap na de loopsheid zijn. Na sterilisatie kan er geen baarmoederontsteking meer ontstaan (ook al is de baarmoeder niet verwijderd). Bovendien vermindert de kans op het ontstaan van suikerziekte en melkkliertumoren.

Alternatief?

Het is mogelijk om de loopsheid te voorkomen door middel van hormonen, de zogenaamde prikpil. De teef krijgt hierbij een hoge dosis hormonen ingespoten, waardoor ze vijf tot zes maanden niet loops zal worden. Hierna moet deze injectie elk half jaar herhaald worden. Bijwerkingen van deze hoge dosis hormonen zijn onder andere een toenemende kans op melkklier kanker en een verhoogde kans op een baarmoederontsteking. Vooral bij langdurig prikpilgebruik neemt het risico sterk toe. Wij raden daarom ook af om dit te laten doen.

Wanneer steriliseren?

De sterilisatie van een teef kan, in de meeste gevallen, na de eerste loopsheid worden uitgevoerd.
Als een sterilisatie tussen de eerste en de tweede loopsheid wordt uitgevoerd voorkomt dit baarmoederontstekingen en is de kans op melkkliertumoren (de zogenaamde mammatumoren) het kleinst. Wacht men langer dan wordt de kans op het ontstaan van melkkliertumoren op latere leeftijd steeds groter.  

Wilt u uw teef laten steriliseren dan adviseren wij om dit drie maanden na een loopsheid te laten doen. De teef is op dat moment hormonaal het minst actief. Een jonge hond kan na de eerste loopsheid gesteriliseerd worden. Het is niet nodig om het dier eerst een keer een nestje te laten krijgen.

Wat zijn de nadelen van sterilisatie?

Door het wegvallen van oestrogenenproductie heeft de teef een verhoogde kans op incontinentie. Ongeveer 5-10% van de teven krijgt hier last van (vaak op oudere leeftijd). Incontinentie zien we vaak bij de grotere hondenrassen. Meestal is dit met medicatie goed op te lossen. Vachtveranderingen kunnen ook optreden met als gevolg dat de vacht pluiziger wordt. Dit zien we vooral bij honden met een (half)lange, dubbele vacht. In tegenstelling tot reuen worden teven niet rustiger na sterilisatie. Ze zullen ook niet minder dominant gedrag gaan vertonen.

Aanpassen hoeveelheid voeding

Na sterilisatie verandert de hormoonhuishouding. Hierdoor past de stofwisseling zich aan, waardoor uw dier meer honger kan krijgen, maar juist minder nodig heeft. Indien u dezelfde hoeveelheid voeding blijft verstrekken, wordt de hond te zwaar. Wij raden u daarom aan om de voedingshoeveelheid met 25-35% te verminderen (afhankelijk van het ras, de leeftijd en activiteit van uw hond) of hem op een ‘light’ dieet te zetten. Weeg uw hond regelmatig na sterilisatie. U kunt hiervoor tijdens openingstijden op onze locaties terecht.