Urineonderzoek

Door het urineonderzoek kan men aanwijzingen krijgen over ziekten en aandoeningen van de nieren, blaas en urinewegen, maar ook over eventuele algemene aandoeningen.

Waar bestaat een eenvoudig urineonderzoek uit?

Eerst wordt er beoordeeld hoe de urine eruit ziet. Is het de urine afwijkend van kleur of is het bijvoorbeeld troebel. Een afwijkende geur wordt ook opgemerkt.
Daarna kijken we door middel van een teststrip de urine na. Hierbij kijken we onder andere naar het concentrerend vermogen van de nieren en de zuurgraad van de urine. Maar ook kijken we of er bloed en/of afwijkende hoeveelheid eiwit of glucose in de urine aanwezig is.
Als laatst bekijken we het sediment onder de microscoop. Dit is het bezinksel van de urine waarin we de cellen en eventuele aanwezige kristallen bekijken.

Urine kan ook bepaalde aandoeningen aantonen, bijvoorbeeld bij de ziekte van Cushing bij honden. In dit soort gevallen stuurt de dierenarts de urine op naar een extern laboratorium en wordt de urine daar verder onderzocht.

Er zijn verschillende manieren om aan urine te komen:

  • Opvangen van urine die door het dier spontaan is geloosd
  • Blaas manueel leegduwen
  • Katheterisatie
  • Punctie (cystocentesis)

De eerste twee methoden komen het meeste voor in de praktijk. Het urinemonster is echter een onstabiel mengsel dat onvoorspelbare veranderingen kan ondergaan bij hoge temperatuur en in een basisch milieu. De voorkeur gaat dan ook uit naar het onderzoek van zo vers mogelijke urine.

Duurt het even voordat u de urine kunt brengen voor onderzoek, dan kunt u deze het beste in de koelkast (4-7°C) bewaren.

Normale urine bevat geen bacteriën. In de plasbuis bevinden zich echter wel altijd bacteriën, die van daar uit in de urine terechtkomen. Bacteriën kunnen zich snel vermenigvuldigen in urine, die een tijdje gestaan heeft. Voor een bacteriologisch onderzoek is het dan ook altijd nodig om het dier te katheteriseren of anders een punctie uit te voeren. Bij een punctie prikt de dierenarts met een naald door de buikwand heen en neemt op deze manier steriel urine af. Dit lijkt op het eerste gezicht niet prettig, echter vaak wordt deze methode beter verdragen dan een katheterisatie.

Hoe kan ik het beste urine thuis bij mijn kat opvangen?

De wijze van opvangen en bewaren van de urine bepaalt de betrouwbaarheid van de uitslag. Wij adviseren daarom gebruik te maken van Urigrid® of Katkor® korrels. Dit zijn kleine plastic korreltjes die u in plaats van de normale kattenbakkorrels in de kattenbak doet. Bij de korreltjes wordt een pipet en buisje geleverd, waarmee u de urine kunt opzuigen en in het buisje kunt doen.

Verontreiniging van het urinemonster kan de uitslag beïnvloeden. Kattengritstof, zand en zeepresten kunnen een foutieve uitslag geven. Maak daarom de kattenbak goed schoon met zeep, spoel deze daarna goed af met heet water en droog de bak goed af met keukenpapier is voordat u de Urigrid® of Katkor® korrels er in doet. Strooi de korrels in het midden van de bak en zet de bak terug op zijn plek. De urine moet zo snel mogelijk na het urineren worden verzameld om verontreiniging te voorkomen. Door de bak schuin te houden loopt de urine naar een kant zodat u het makkelijk kunt opzuigen met het pipetje.

Hoe kan ik het beste urine van mijn hond opvangen?

Het is het meest eenvoudig om ochtendurine op te vangen. Uw hond heeft dan vaak een volle blaas waardoor u meer tijd hebt om de urine op te vangen. Net als de mens, heeft de hond vaak moeite met het stoppen van plassen als hij eenmaal begonnen is. Dit is dus ook het moment om het op te vangen.

Voor het opvangen kunt u bijvoorbeeld een soeplepel, steelpannetje, bakje of schaaltje gebruiken. Echter, het opvangmateriaal schoon zijn. Het mag geen sporen meer bevatten van zeep of van het product dat er daarvoor in zat. Dit kan namelijk leiden tot een valse uitslag. Het beste is dus om het opvangmateriaal een paar keer om te spoelen met heet water. Er zijn ook speciale opvangbakjes (uripets) verkrijgbaar bij de dierenarts om de urine op te vangen. Urine opvangen van de vloer heeft niet de voorkeur, doordat de urine vaak verontreinigt raakt en daardoor onbetrouwbaar is voor onderzoek. Daarnaast is het verstandig de urine goed afsluitbaar te bewaren.

Ontlastingsonderzoek

In het spijsverteringskanaal vindt de vertering van voedsel plaats. Alle voedingsstoffen waarvan het verteren ‘niet gelukt’ is, noemen we faeces (ontlasting). Er kunnen verschillende onderzoeken gedaan worden met faeces zoals:

  • bacteriologisch onderzoek (onderzoek op bacteriën)
  • mycologisch onderzoek (schimmels)
  • parasitologisch onderzoek (wormen, giardia)
  • virologisch onderzoek (virussen als parvo)
  • chemisch onderzoek (vertering en bloed)

Groot aantal van deze onderzoeken zijn mogelijk in ons eigen laboratorium. Het parasitologisch onderzoek is wel het meest bekend. Bijna alle honden en katten dragen op een moment in hun leven parasitaire wormen bij zich, zelfs dieren die in topconditie lijken te zijn. Ook de vervelende parasiet Giardia komt regelmatig voor bij onze huisdieren. Voor het onderzoek naar Giardia is een sneltest aanwezig, waarmee de dierenarts binnen 10 minuten deze parasiet bij uw huisdier kan aantonen.

Met behulp van verteringsproeven kunnen we onderzoeken hoe het maagdarmkanaal functioneert. Zo kunnen een onvoldoende functie van de pancreas (alvleesklier) worden opgespoord of bijvoorbeeld beschadiging van de dunne darm. Ontlasting wordt hiervoor opgestuurd naar een extern laboratorium.

Ontlasting opvangen bij mijn hond of kat

Voor het faecesonderzoek heeft het de voorkeur zo vers mogelijk monster te kunnen onderzoeken. In verse ontlasting bevinden zich namelijk wormeieren. In oudere ontlasting hebben de wormeieren zich al ontwikkeld tot larven en is deze niet goed meer te onderzoeken. Bij honden het liefst de ontlasting opvangen, wat niet direct in contact is geweest met de grond. Bij katten kan het uit de kattenbak worden gehaald. Faeces het liefste gekoeld bewaren en verpakken zodat er zo weinig mogelijk lucht in de verpakking zit.

Overleg met de assistent of dierenarts waar en wanneer u de monsters het beste kunt brengen.