Het onderzoek naar bacteriën

Bij een bacteriologisch onderzoek wordt gekeken naar de aanwezigheid van bacteriën in bijvoorbeeld urine, ontlasting of oorsmeer. Bij een eerste bezoek in de praktijk wordt vaak niet direct overgegaan op dit onderzoek. Echter, wanneer een huisdier ziek is en het herstel blijft na een behandeling met antibiotica uit, dan kan de dierenarts dit onderzoek adviseren en inzetten. We onderzoeken dan welke bacterie de problemen bij het zieke dier veroorzaakt.

Een bacteriologisch onderzoek is bijvoorbeeld zinvol bij honden met aanhoudende oorontsteking. Wanneer de hond slecht of niet reageert op een therapie kan de dierenarts een monster nemen van het oorsmeer. De laboratoriummedewerker kijkt vervolgens naar de aanwezigheid van een ziekteverwekkende bacterie. Wanneer we weten welke bacterie aanwezig is, wordt gekeken op welke antibiotica de bacterie reageert (antibiogram). Vervolgens kunt u met een goede therapie (antibiotica) starten.

Hoe gaat een bacteriologisch onderzoek in zijn werk?

Materiaal van bijvoorbeeld een urinemonster wordt bij een bacteriologisch onderzoek uitgestreken op een voedingsbodem. In een warme stoof zullen aanwezige bacteriën zich gaan vermenigvuldigen en uitgroeien tot een kolonie. Als er meerdere soorten bacteriën in het monster aanwezig zijn zullen er verschillende soorten kolonies ontstaan.

Wat is een antibiogram?

Bij een antibiogram wordt een voedingsbodem bestreken met wat materiaal van de bacteriekolonie. Vervolgens worden verschillende antibioticumtabletten aangebracht op de voedingsbodem. De antibiotica waar de bacteriën uit het monster gevoelig voor zijn zullen de groei van de bacteriën remmen. Hierdoor ontstaan er, na bebroeding, rond die antibioticatabletten heldere zones, de zogenaamde remmingszones. Hoe groter de remmingszone, hoe gevoeliger de bacterie voor het betreffende antibioticum is.