Erfelijk oogonderzoek (ECVO)

Het erfelijk oogonderzoek wordt door een aantal rasverenigingen verplicht gesteld voor honden waarmee wordt gefokt. Daarnaast zijn er veel fokkers die het onderzoek laten uitvoeren, ook als het niet door de rasvereniging verplicht is gesteld. Bij De Graafschap Dierenartsen kunt u voor dit onderzoek terecht bij oogspecialiste Christiane Görig. Zij is erkend door de Raad van Beheer en maakt deel uit van het ECVO-panel (European College of Veterinary Opthalmologists).

Binnen het onderzoek wordt gezocht naar 17 afwijkingen waarvan een erfelijke basis bekend is. Voorbeelden hiervan zijn: Cataract, Membrana Pupillaris Persistens (MPP), entropion en Progressieve Retina Atrofie (PRA). De leeftijd waarop een hond moet worden onderzocht wordt bepaald door de rasvereniging. In veel gevallen wordt op een leeftijd van 15 en 18 maanden begonnen met het onderzoek. Tevens is nestonderzoek mogelijk na het plaatsen van de chip voor de volgende oogaandoeningen: CEA, MPP, PHTVL/PHPV en Retina Dysplasie.

Het wordt aanbevolen de hond jaarlijks op aanwezigheid van, als erfelijk beschouwde, aandoeningen te onderzoeken. Sommige afwijkingen (bijvoorbeeld lensluxatie) ontstaan pas na enkele jaren. Een éénmalige test is dan niet voldoende, de afwijking kan zich immers nog later openbaren. Tot welke leeftijd het dier moet worden onderzocht verschilt per rasvereniging. Bij rassen waarvan bekend is dat nog op hoge leeftijd erfelijke oogafwijkingen naar voren kunnen komen, zal onderzocht moeten worden zolang de hond nakomelingen produceert.

Belangrijk is dat u, voordat u bij ons komt, een account heeft aangemaakt op de website van de Raad van Beheer. U dient het email-adres dat u hierbij hebt opgegeven, de stamboom EN het eigendomsbewijs van de Raad van Beheer mee te nemen naar de afspraak (of te mailen naar graafschap@dgdierenartsen.nl ). Deze zijn noodzakelijk voor het verwerken van de uitslag van het oogonderzoek.

Om het gehele oog goed te kunnen bekijken worden oogdruppels toegediend waardoor de pupil open gaat staan. Na ongeveer 30 minuten zijn de druppels goed ingewerkt en wordt de hond in een verduisterde ruimte onderzocht door de oogspecialist.  Na het druppelen blijven de pupillen ongeveer nog vier uur wijd. Fel (zon)licht is dan niet prettig voor uw hond.

Vóór het onderzoek worden de gegevens van de hond en de eigenaar op het "rapport oogonderzoek" ingevuld en ondertekend door de eigenaar/houder, waarmee deze toestemming geeft om de uitslag door te geven aan de Raad van Beheer. 
De RvB geeft de uitslag door aan de Rasvereniging als er een overeenkomst tussen deze twee partijen is. Ook wordt voor het onderzoek de identificatie (tatouage of transponder) van de hond gecontroleerd. Het oogonderzoek gebeurt zonder enige sedatie ("roesje") en is beslist niet pijnlijk.

Bij sommige rassen is het nodig om het oogonderzoek uit te breiden met een gonioscopie. (Dit kan ook op aanvraag indien het niet verplicht wordt). Wij verzoek u wel om dit bij het maken van de afspraak aan te geven.

De uitslag is na onderzoek direct bekend en kan als volgt worden geïnterpreteerd:

  •  ‘Vrij': Het dier vertoont geen verschijnselen van deze, erfelijke oogziekte(s).
  •  ‘Niet vrij': Het dier vertoont de klinische symptomen van de als erfelijk beschouwde oogziekte(s).
  •  ‘Onbeslist': Geringe afwijkingen passend in het klinisch beeld van deze, als erfelijk beschouwde oogziekte. Voortschrijden van het proces moet dit bevestigen. Het termijn wordt vastgesteld waarop er een herkeuring dient plaats te vinden.

De uitslag wordt vervolgens digitaal ingediend bij de Raad van Beheer, afdeling GGW en is 12 maanden geldig.

De kosten voor het erfelijk oogonderzoek dienen meteen na het onderzoek contant of per pin  te worden voldaan aan de Graafschap Dierenartsen.