Gebitsverzorging konijn

Konijnen behoren tot de haasachtigen (orde Lagomorpha) en zijn dus geen knaagdieren. Ze onderscheiden zich van de knaagdieren omdat ze achter de voorste snijtanden twee stifttandjes hebben. Konijnen eten grassen, zaden en graan. Door het kauwen op vezelrijk voer als hooi, stro en groenvoer slijten de tanden en kiezen af en worden ze niet te lang. Een geschikte voeding is daarom van wezenlijk belang voor een goed gebit en kan gebitsproblemen voorkomen. Als de tanden niet goed op elkaar afslijten, blijven ze maar doorgroeien (olifantstanden) met allerlei gezondheidsproblemen tot gevolg.

Een konijn heeft vier snijtanden, twee in de bovenkaak en twee in de onderkaak. Achter de snijtanden in de bovenkaak zitten twee stifttandjes. Verderop in de kaak zitten ook nog 20 kiezen (soms 22 kiezen). 

Waar moeten we op letten

Bij konijnen moeten we alert zijn op het gebit en eventuele gebitsproblemen die kunnen ontstaan. Waar moeten we op letten? Eén of meer van onderstaande symptomen kunnen wijzen op gebitsproblemen bij het konijn:

  • niet kunnen of willen eten
  • ziek aandoen
  • natte kin
  • speekselen
  • mager worden
  • tandenknarsen
  • abcesvorming op de kop
  • een tranend oog
  • maagdarmstoornissen zoals diarree
  • een slechte vacht

Oorzaken van gebitsproblemen

Voor gebitsproblemen zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. De meest voorkomende oorzaken zijn slechte of verkeerde voeding, een trauma of een ongeluk, een fractuur van de kaak, afwijkend knaaggedrag of een erfelijke afwijking. Het verliezen van gewicht en/of niet goed willen eten, kan ook andere oorzaken hebben!

Voor elke kies in de bovenkaak staat er een kies in de onderkaak tegenover. Wat betreft de kiezen komen we verschillende afwijkingen tegen bij konijnen: als de kiezen niet goed op elkaar afslijten, kunnen er scherpe randen of haken ontstaan. Deze haken kunnen op den duur in de wang of in de tong gaan prikken, wat niet alleen pijnlijk is, maar ook abcessen kan veroorzaken.

Ook tumoren of een corpus alienum (vreemd voorwerp), kunnen ten grondslag liggen aan gebitsproblemen. Daarom zullen we bij elk konijn de situatie nauwkeurig bekijken en een geschikte behandeling instellen.

De snijtanden van een konijn groeien constant door. Bij de juiste stand slijten ze recht op elkaar af en wordt de juiste lengte behouden. De snijtanden in de onderkaak zijn over het algemeen langer dan de snijtanden in de bovenkaak. In een abnormale situatie krijgen konijnen te lange tanden. Hiervoor zijn verschillende mogelijke oorzaken bekend, zoals bijvoorbeeld een erfelijke afwijking, kaakgewrichtsproblemen of een trauma. Behandeling bij een afwijkende stand is noodzakelijk!

Behandeling bij een afwijkende stand is noodzakelijk!

Behandeling

Wij kunnen de snijtanden van uw konijn knippen als deze afwijkend of te lang zijn. Het is een snelle en goedkope behandeling. Echter, er zitten wel wat risico’s aan: de behandeling is pijnlijk en geeft stress voor het konijn. Bovendien is het een tijdelijke oplossing, want de achterliggende oorzaak moet behandeld worden. De tanden kunnen in de lengterichting splijten tijdens het knippen, wat tot abcesvorming kan leiden. Ook de scherpe randjes die overblijven vormen een risico.

We geven de voorkeur aan het slijpen van de tanden. Hierbij slijpen we de tanden met onze tandheelkundige unit op de juiste lengte. Als de snijtanden een probleem blijven vormen, kan de dierenarts in overleg met u besluiten tot het extraheren (trekken) van de snijtanden. U begrijpt dat we hiervoor uw konijn wel onder narcose zullen brengen. Dit doen we met bijzondere voorzichtigheid, omdat konijnen met gebitsproblemen vaak in een laat stadium voor behandeling aangeboden worden en al verzwakt zijn. Goede pijnbestrijding, eetluststimulerende medicatie en een veilige narcose zijn dan bijzonder belangrijk. De snijtanden hebben een heel lange wortel en het is een kunst om ze te extraheren zonder dat hierbij een stukje afbreekt. Blijft er een stukje achter, dan kan de tand soms weer aangroeien.